| 1. |  | Is er wederzijdse toestemming? Wil de leerling het zelf? Wil de ander het ook? Vinden ze het allebei prettig?
 | 
| 2. |  | Is het gedrag vrijwillig? Kiest de leerling er vrijwillig voor om dit te doen? Durft hij of zij nee te zeggen en kan hij/zij dat ook? Is er geen sprake van machtsmisbruik, dwang of druk?
 | 
| 3. |  | Is er sprake van gelijkwaardigheid? Zijn de leerlingen gelijkwaardig aan elkaar qua leeftijd, kennis, intelligentie, rijpheid et cetera.
 | 
| 4. |  | Is het gedrag leeftijdsadequaat? Past het gedrag bij de seksuele ontwikkelingsfase van de leerling? Doet de leerling niets waar het te jong/oud voor is?
 | 
| 5. |  | Is het gedrag context-adequaat? Past het gedrag in de context, is het gedrag niet storend of aanstootgevend voor anderen?
 | 
| 6. |  | Veroorzaakt het gedrag fysieke, emotionele of psychische schade bij de leerling zelf of bij een ander? Overziet het kind de gevolgen van zijn of haar gedrag?
 |